De Rus op de trein
Aanklampende zorg
Ik zit in de trein, op weg naar 2 cliënten.
Ik besluit een ademhalingsoefening te doen.
Die van Wim Hof.
(Ik adem o.a. 30 keer na elkaar diep in en uit.)
Even kijken of ik niet de aandacht trek van de medereizigers.
Er zitten maar een paar mensen in de wagon, de eerst volgende 3 meter voor mij. Ze kijken naar voren, dus ik zit uit hun zicht.
Niemand kijkt om.
Ik sluit mijn ogen en adem stevig in en uit.
Ik open mijn ogen en de man van 3 meter verder kijkt me aan, met een oplettende en vragende blik.
Hij steekt zijn hand met de duim omhoog, als om te vragen ‘alles oké?’
Ik doe hetzelfde, om hem gerust te stellen.
Hij haalt iets uit de rugzak naast hem en toont het me: een drankje. Hij biedt het me aan.
Ik schud ‘nee’ en steek opnieuw mijn duim omhoog: ‘alles is oké.’
Ik ben een beetje gegeneerd maar vooral ontroerd door die onverwachte uiting van care.
Ik sluit weer mijn ogen en doe verder met de ademhalingsoefening.
Ineens staat de man naast me.
Hij toont me zijn smartphone en op een vertaal-app lees ik: ‘angstig op de trein?’
Ik zeg ‘nee’ en vraag hem welke taal hij spreekt.
Russisch.
Ik probeer hem opnieuw gerust te stellen, het is een ‘breathing exercise, just to relax’.
Ik laat een app dit in het Russisch vertalen.
‘Ah’.
Hij had zich niet zomaar laten geruststellen door mijn duim omhoog.
Hij had er rekening mee gehouden dat ik zijn zorg misschien uit gêne had afgeweerd.
Opnieuw ontroering: hij laat het er niet bij, hij blijft bekommerd en ‘reaches out’.
Aanklampende zorg.
Mijn 2 cliënten
De trein komt aan.
Ik fiets naar mijn cliënt.
Daarna naar de andere.
We praten.
De Rus zit nog in mijn hart.
Ik vertel over het voorval.
Zij en ik, allemaal verschillende mensen en levens.
Maar het raakt ook hen.
Ondanks alle moeilijke kwesties en levens gaat ons gelaat glimlachen.
‘Het doet goed om dit te horen’.
Hart-elijke zorg.
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte