Een hart om te dragen?
Gent
Gent.
Een ruimte.
14 mensen verdeeld over 3 groepjes.
Ze zijn aan het experimenteren met getuigepraktijken.
(Een therapeutische praktijk waar Michael White, de vader van de narratieve therapie, erg enthousiast over was.)
Ik zit op een stoel, afzijdig én betrokken.
Het is intens want ik hoop.
(dat er goeie dingen gebeuren, dat potentieel ís er)
Ik ben ook bang.
(want dingen kunnen ook altijd slecht lopen)
Ik heb er geen grip op.
Dit alles dragen,
dat is een intens werk
dat ik aan het doen ben,
daar op die stoel.
Ik probeer het dragen,
het te voelen,
er een beetje ruimte voor te maken in mijn bewustzijn,
in mijn lijf ook,
door te zoeken wat voor zitten het draaglijker maakt,
door enkele dagboeknotities te schrijven.
Hoe kunnen wij, hulpverleners, de ondraaglijke momenten dragen?
Ik schrijf om ‘er’ dicht bij te kunnen blijven, taal te vinden die ‘het’ niet dood doet, en om te zoeken hoe ik een positie kan vinden die het draaglijk maakt, de innerlijke beroering.
(In mijn achterhoofd speelt de vraag:
Hoe kunnen wij, hulpverleners, de ondraaglijke momenten dragen?Zó dat we ons werk raakbaar kunnen doen?Zó dat het ons niet beschadigt?Zó dat het goed is?)
Hier is het, zo kwam het op papier:
Je laten verontrusten
toelaten dat je verontrust wordt
en dat proberen te dragen
op een manier die het draaglijker maakt
er is nu dít
het is geen kwestie om dít weg te doen of eraan te ontsnappen
je hart groot laten worden of zijn
dat het ruimte krijgt
dat het kan en mag kloppen
om te bevatten & te dragen wat er opgeroepen wordt
de beroering
dat je je hart een beetje helpt om te bevatten en te dragen
de beroering
een herbergzame omgeving ervoor vinden, knutselen, vragen, nodig hebben
bijvoorbeeld door
- toelatende, steunende, warme associaties
- het lichaam
- een open, toelatend, raakbaar luisteren
- dat dingen kunnen uitgedrukt worden
- dat er tijd & ruimte naartoe kan gaan
- een omgeving die validerend is voor hoe het benoemd wordt
(maar ik kan niet iets bedenken dat dit voor iedereen kan bewerkstelligen)
Achteraf
Het waren associaties die – dat zie ik nú – konden doorkomen omdat er iets herbergzaam gaande was in de groepjes.
We hebben elkaar nodig, toch?
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte
PS
Mooi, Johan, de vijfde V van ‘verdragen’!