Dit ding dat zowel pijn als iets anders dan pijn is
Ali Smith doet elke keer iets me me.
In haar laatste boek – Companion Piece – was het opnieuw prijs.
Er komt een meisje in voor, in een vroegere eeuw, in Engeland.
Het meisje – een leerling-smid – belandt in een greppel.
(Ze mag blij zijn dat ze nog leeft. Ze had evengoed verkracht en gedood geweest zijn. Haar leven is in gevaar.)
De roep
Ze ligt dus in een greppel, aan het bekomen van de shock, het geweld en de pijn.
Plots:
Dan vergeet ze dat ze pijn heeft als ze de roep hoort, iets kleins daar ergens in dat langere gras. In een uitgeholde kom die erin gevormd is vindt ze een heel jong vogeltje, eendjesachtig. Maar lomp, puntige snavel langer dan het eendje, omvallend met zijn kop te zwaar voor zijn lichaam, en zijn voeten nog niet meester, hoewel ze groot genoeg zijn. Ze weet dat ze het niet moet aanraken. Ze gaat weg en wacht in het gras op voldoende afstand. Maar de hele ochtend zijn er geen oudervogels die terugkomen om het te bewaken.[…]De vogel is een kleine baby. Hij kijkt haar aan met een verlicht zwart oog, helder, een blij oog, ogen waar geen angst in zit. Hij lacht, ook al weet hij dat niet. Zijn hoofd is een donker donzen mutsje en zijn donzige lijfje is zo klein dat zijn pootjes breder zijn dan hijzelf. Hij houdt op met dat tjilpende geluid als zij er naast gaat zitten. Hij is zo klein dat ze hem met één hand zou kunnen bedekken, als er een vos komt kijken, of een wouw, of die havik terugkomt.
Schattig.
Zielig.
Kwetsbaar.
Dit kleine waken
Ze gaat ernaast liggen.
Ik kan net zo goed naast deze holte liggen als in een greppel.Ik kan dit kleine waken eerst doen.
(I can do this small guarding first.)
De ontmoeting met het jonge vogeltje roept haar op om ‘dit kleine waken’ eerst te doen. Vóór al het andere.
Ze valt in slaap.
Ze wordt wakker.
Als ze haar ogen opent ligt de vogel diep in haar oksel te slapen.
Een beetje later beseft ze iets:
Ik had me slapend kunnen omdraaien, niet weten wat ik deed en erop kunnen liggen en het verpletteren.
Deze gedachte doet iets met haar:
Hoewel ze dacht dat ze al overal pijn had doet deze gedachte een andere pijn in haar borstkas plaatsvinden.
this thing that’s both pain and unlike pain instead
Die pijn, die andere pijn, ik leek die ook te voelen, toen ik het las.
Ik dacht daarbij:
dit is belangrijk!Dit gaat over iets!Dit pijnlijke dat Ali Smith beschrijft, ja ja!
Die ‘andere’ pijn verschijnt nog een keer, wat verder in het boek.
De vogel – een wulp – is ondertussen groter geworden en hij past niet meer in het meisje haar oksel maar …
Maar als ze het in haar armen houdt kan ze de botten voelen zo dun dat de pijn die anders is dan alle andere pijn zich in haar borstkas voordoet.
Opnieuw dus ‘de pijn die anders is dan alle andere pijn’.
(Heerlijk! Dat die pijn geïdentificeerd wordt als een heel eigen, unieke pijn!)
Dit is de pijn van de gedachte dat een ander wezen iets pijnlijks overkomt.
Dat is iets heel eigen aan deze pijn.
Dit is pijn die wordt gevoeld of de gedachte dat het gebeurt in een ander lichaam door het lichaam van de persoon die niet dezelfde pijn voelt, maar in plaats daarvan dit ding voelt dat zowel pijn als iets anders dan pijn is.
(Lees deze zin nog een keer.)
(This is the pain of the thought of something painful happening to another being. This is pain sensed or the thought of it happening in another body by the body of the person not feeling that same pain but feeling this thing that’s both pain and unlike pain instead.)
Je voelt dus pijn in het lichaam van het andere wezen door je eigen lichaam.
Het is niet dezelfde pijn als degene die het andere wezen voelt.
Het is ‘dit ding’ dat zowel pijn als iets anders dan pijn is.
(not feeling that same pain but feeling this thing that’s both pain and unlike pain instead)
‘empathie’ of ‘medeleven’ of ‘mededogen’?
Waar hebben we het hier over?
Over ‘empathie’ of ‘medeleven’ of ‘mededogen’?
Misschien maar dat is niet hetzelfde.
Dat weet ik zeker.
Ik weet dat zo zeker omdat die zinnen van Ali Smith of van het meisje in mijn lichaam iets oproepen dat ‘zowel pijn als iets anders dan pijn is’ terwijl de woorden ‘empathie’ of ‘medeleven’ of ‘mededogen’ heel weinig oproepen. Daar lijkt nauwelijks leven in te zitten.
Toch niet het leven van een jonge wulp.
Niet het leven van de levende, indringende, onder de huid kruipende, lichaam-in-lichaam kwetsbaarheid van de wulp.
(Terwijl er niemand is die de plaats van het meisje kan innemen om ‘het kleine waken’ te doen.)
nawoord
Voilà.
Dit is iets.
Ik wil nu het leven van
dit is belangrijk!Dit gaat over iets!Dit pijnlijke dat Ali Smith beschrijft, ja ja!
er niet uitdrijven door linken uit te gaan schrijven met zorg en hulpverlening en presentie en daar veel woorden voor te gebruiken waar niet zoveel leven meer inzit.
In Ongerust over je cliënt? ging het over ‘overstuurbaarheid’.
Hier over ‘dat zowel pijn als iets anders dan pijn is’.
Ik hoop dat ik de moed opbreng om het een volgende keer te hebben over een gijzeling.
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte