niet-weten

Durf zeggen: ‘ik weet het niet.’

Op een overleg met collega’s-hulpverleners: durf zeggen:
‘Dat weet ik niet.’
(Dat vraagt een zekere dosis aan moed.)
Wanneer je met collega’s praat over een cliënt die je 1 keer (of 2, of 10, of 50 keer) gesproken hebt:
‘Dat weet ik niet.’
Misschien aangevuld met:
‘Dat heb ik hem niet gevraagd, ik zou het hem moeten vragen.’
Misschien aangevuld met:
‘Mijn fantasie is … maar dat is mijn fantasie; eigenlijk weet ik het niet.’
Niks om je over te schamen.
Laten we ons niet-weten niet ontkennen of wegmoffelen.
Laten we, als professionals, leren navigeren doorheen niet-weten, door vragen te stellen, door nieuwsgierig te zijn.
Laten we zoeken hoe we ons niet-weten kunnen beantwoorden.
Laten we beter worden om te verwijlen in onzekerheid.
Laten we tentatieve taal gebruiken.
Zachte taal.
‘Dat weet ik niet.’
Johan Van de Putte